Pagina's

woensdag 28 februari 2018

Depression is not a sign of weakness

Ik zei dat ik zou vertellen over depressief zijn, dus bij deze doe ik dat ook. Het kostte me moeite om hierover te beginnen en ik ben nog steeds wat bang dat ik er spijt van zal hebben, maar ik ergens heb ik het gevoel dat ik het moet doen.

Mensen denken vaak dat als iemand depressief is, je dat aan die persoon kan zien. Dat is niet altijd het geval. Depressie uit zich niet altijd in verdriet, onophoudend huilen, jezelf niet meer verzorgen, … Al kan dat natuurlijk ook. Bij mij zag je het niet. Ik kleedde me goed, hield me er zelfs meer mee bezig dan anders en verzorgde mezelf. Kleine kanttekening is wel dat ik niet voldoende sliep. Ook dat is natuurlijk jezelf verzorgen. Ik ging al een hele tijd naar een therapeut, maar had niet het gevoel echt vooruitgang te boeken. Het was mijn eigen keuze, ik voelde namelijk dat er iets niet goed zat. De vinger op de wonde leggen, lukte me niet. Toen het woord depressie viel en in één adem daarbij medicatie, ben ik onophoudelijk beginnen huilen. Dat was het allermoeilijkste moment. Ik had gefaald. Voor iemand die perfectionistisch is en veeleisend voor zichzelf denk ik niet dat er iets erger kon gebeuren dan dat. Ik lichtte mijn familie en enkele vrienden in en ieder van hen overtuigde me dat ik het niet mocht zien als falen. Toch bleef dat door mijn hoofd gaan. Een week heb ik iedere dag gehuild, me als een bolletje opgerold en gehoopt dat het vanzelf zou over gaan. Ik besefte echter ook wel dat het zo niet verder kon, dat ik meer hulp nodig had en dat mijn therapeut het beste met me voorhad. Ik nam het eerste pilletje. Veel effect voelde ik niet. Bijwerkingen, die wel. Na een tijdje gaan die over, de meeste toch. Mijn gevoelens werden afgezwakt. Het ene moment was ik daar blij om, het andere moment niet. Ik voelde dat ik minder empathie kon tonen en soms had ik echt een knoop in mijn maag. Op zo’n moment wilde ik huilen, maar lukte het me niet.

Mensen praten plots met je over je emoties en issues. Ook al deed je dat ervoor niet. Ik wist niet wat zeggen en nu nog steeds niet. Ze trokken en sleurden uiteindelijk dingen uit mij, waarvoor ik hen dankbaar ben. Ik leerde wie er echt voor me was en wie niet. Al onderschat ik niet dat het voor hen zwaar moet zijn geweest. Het meest aangename gezelschap was ik niet en nu nog steeds niet altijd.

Voor het woord depressie viel, voelde ik dat het niet goed met me ging. Ik was lusteloos en voelde me als het ware dood vanbinnen. Ik zat in de zetel, maar had niet de energie noch de zin om televisie te kijken of een boek te lezen. Mijn concentratievermogen was namelijk nihil en ik werd zenuwachtig van mijn eigen heen en weer flitsende gedachten. Ik telde af tot ik kon gaan slapen en hoopte dat mijn slaap zo lang mogelijk duurde. Ik sliep veel, heel veel soms en toch was ik doodop als ik wakker werd. Een nieuwe dag… Wat keek ik er tegen op. Dus sliep ik minder en zocht ik afleiding, soms op foute manieren. Ik maakte afspraken met vriendinnen, maar hoe dichter die afspraken kwamen, hoe meer ik begon te zoeken naar een goed excuus om af te bellen. Vlak voor ik ze dan zag, belde ik af. Ik wilde niet gaan. De sporadische keren dat ik wel ging, vond ik het altijd leuk en was ik blij dat ik was geweest. De drempel om te gaan was gewoon te groot waardoor ik het de keer daarna toch weer niet deed.

Schaamte. Wat een overheersend gevoel was dat toch. Schaamte, want ik had gefaald in het leven zelf. Schaamte, want ik had niet het recht om ongelukkig te zijn. Schaamte, want ik had een label. Ik heb een label, voor de rest van mijn leven. Uiteindelijk ben ik het anders gaan bekijken, maar dat heeft me maanden gekost. Ik schaam me niet meer, althans niet altijd. Ik weet dat ik niet heb gefaald, integendeel zelfs. Misschien ben ik te lang sterk geweest en was dit het gevolg. Misschien had ik dit echt nodig om daarna beter te weten wat ik echt wilde. Het label neem ik er dan wel bij. Ik ben mensen tegengekomen die veroordelend zijn. Ik herinner me levendig de nacht dat ik naast iemand sliep die boos op me was. Uiteindelijk huilde ik, waarop hij schertsend zei: “Ben je depressief of wat?” Ik lachte toen. Hij wist namelijk niet dat ik herstellende was van een depressie en ik vond zijn opmerking om die reden ironisch genoeg grappig. Het veroordelende droop ervan af.

Hoe herstel je nu van een depressie? Ik was in therapie, schuimde het internet af, las van die zelfhulpboeken enzovoort. Niets hielp echt. Ik maakte vooruitgang, maar voor mij ging die vooruitgang te traag. Uiteindelijk las ik het boek van Nasrien Cnops, “Ik tegen de rest”. Hoe herkenbaar, elk stuk dat erin beschreven staat. Plots kon ik omarmen wat ik daarvoor niet kon. Ik had een depressie en was herstellende. Ik had een depressie, maar ik was niet alleen. Ik had een depressie en ik had het recht om er één te hebben. Dat boek heeft om die reden heel veel voor me gedaan. Ik heb het ook laten lezen door anderen, in de hoop dat ze zo beter begrepen wat ik doormaakte. Zij schreef namelijk wat ik voelde, maar niet kon beschrijven. Het aanvaarden van wat was, was voor mij de eerste echte stap die ik zette naar herstel.

Daarna… Volgde elk klein stapje zich vanzelf op. Iedereen herstelt anders en op een eigen tempo. Er is geen recept, geen ideale manier die werkt voor iedereen. Ik ben wel een aantal keer een paar stappen achteruitgegaan, maar ik wist ergens dat ik er ook wel weer naar voor zou zetten. Op momenten dat ik dat niet meer geloofde, babbelde ik er met iemand over en dat hielp. Hulp zoeken bij iemand professioneel en bij iemand die dicht bij jou staat, is wel nodig.

Ik voel niet langer altijd schaamte. Die voel ik enkel nog als iemand me veroordeelt. Nu voel ik soms trots. Herstellen van een depressie is moeilijk en vergt veel van je. Dan ben ik trots op mezelf. Ik heb gevochten.
In een notendop is dit mijn depressie. Ik zou er volledige pagina’s over kunnen schrijven, maar zo’n groot stuk tekst is niet al te aantrekkelijk. Beetje bij beetje komt het er wel uit.

Liefs


Ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten